Tekst Els van Schie, directeur Milieu en Veiligheid RIVM.
Foto Bas Bogers

Straling is een dankbaar onderwerp in psychologisch onderzoek naar de percepties van risico’s. En dan vooral nucleaire straling. In de jaren zeventig-tachtig van de vorige eeuw zijn belangrijke inzichten over risicoperceptie opgedaan, en die inzichten gelden nog steeds. Het is dan ook geen nieuws dat burgers anders denken over de risico’s van straling dan experts.

Experts duiden risico’s als kans maal effect. In het algemeen overschatten burgers risico’s met een lage kans en grote effecten. Bij kernongevallen schatten burgers de kans op doden en gewonden hoog in. Zo staat de kernramp in Fukushima ons nog helder op het netvlies. We herinneren ons zo’n incident levendig en de cognitieve beschikbaarheid ervan is groot. Die levendige plaatjes - gevoed door beelden in het nieuws - zorgen ervoor dat de zeer zeker aanwezige gevolgen overmatig veel indruk maken en de ernst van deze gevolgen wordt overschat. Dit geldt niet alleen voor de gevolgen van een kernramp, maar ook voor de kans op bijvoorbeeld een ongeluk met een vliegtuig. We kunnen onszelf ook veel beter een beeld van een ongeluk met een vliegtuig voor ogen halen dan met een auto. Terwijl we vast in het dagelijks leven vaker met het laatste te maken hebben gehad. Ook in de taal zie je dit terug: we spreken van een vliegramp en een auto-ongeluk.

Percepties doen ertoe

Helpt het nou om uit te leggen hoe het echt zit met die risico’s en effecten? Straling is onzichtbaar, moeilijk te begrijpen en de gemiddelde burger heeft hier weinig kennis over. De kennis verhogen kan helpen. Maar dan moet het wel gaan om duidelijke informatie die aansluit bij hun zorgen. En de instanties die informatie geven moeten het vertrouwen hebben van deze burgers. Het is een onderwerp dat politiek beladen is en waarover de meningen in de samenleving vooral gepolariseerd lijken. Mensen zijn namelijk van nature geneigd om in het zoeken naar informatie vooral bevestiging te vinden van hun eigen vooroordelen en (politieke) overtuigingen. Hierbij worden ze geholpen door de zoekmachines van Google. En zo wordt hun perceptie vervormd door groepen in het politiek-maatschappelijke debat die alleen gekleurde informatie presenteren die bij hun doelstellingen passen. Wat in dit alles natuurlijk niet helpt, is dat experts het niet altijd gemakkelijk vinden om kort en duidelijk feiten te presenteren. Hoe meer je namelijk weet over een onderwerp, des te meer vragen, onzekerheden en nuances je weg moet laten om je boodschap effectief over te brengen. Terwijl leken, mensen met weinig kennis over het onderwerp, juist met grote stelligheid hierover duidelijke taal spreken. Daarbij komt dat het voor de burger steeds moeilijker wordt om waarheid en fictie, nieuws en nepnieuws, feiten en meningen, experts en columnisten van elkaar te onderscheiden. En blijkt sensatie nog steeds het meest te verkopen in de media. Percepties doen ertoe, ook als ze gebaseerd zijn op fictie, nepnieuws of meningen. Het zijn de percepties waar mensen van wakker kunnen liggen en zich naar gedragen. Het is daarom nodig de percepties te kennen om goed te kunnen communiceren en te anticiperen op gedrag van betrokken burgers. Zonder te bagatelliseren en zonder onrust te creëren. Waarom? Om ervoor te zorgen dat de leefomgeving van de burgers niet alleen gezond en veilig is, maar door hen ook zo wordt ervaren.

En de burger? Natuurlijk maakt die zich zorgen. Zorgen over de hoogte van de elektriciteitsrekening en bijvoorbeeld het halen van een tentamen. Waarom? Omdat hij of zij op vakantie zou willen en genieten van de goede dingen in het leven.

De foto bij dit artikel is van Bas Bogers en valt onder de Creative Commons licentie CC BY-NC 2.0.

Rapport over publieksperceptie van stralingsrisico’s

Els van Schie, directeur Milieu en Veiligheid bij het RIVM, schreef deze column naar aanleiding van het RIVM-onderzoek naar de verschillende factoren die de publieke perceptie van stralingsrisico’s beïnvloeden en de betekenis hiervan voor het communiceren over risico’s. Het RIVM verrichtte dit onderzoek in opdracht van de ANVS. Uit het  rapport 'Publieksperceptie van Stralingsrisico's: Betekenis voor risicocommunicatie' blijkt dat de mogelijke gevolgen van een incident door burgers vaak veel ernstiger worden ingeschat dan door experts. Het RIVM heeft onderzocht waar dit verschil vandaan komt en wat dit betekent voor de communicatie over deze risico’s. Het rapport stelt dat een boodschap die beter aansluit bij wat mensen al weten en denken en die hun zorgen verwoordt, beter aansluit bij de beleving en eerder serieus wordt genomen.