Tekst Bettine Hilbrands
Foto RID

De onderzoeksreactor van het Reactor Instituut Delft (RID) van de Technische Universiteit Delft wordt gemoderniseerd. De reactor krijgt een zogenoemde ‘koude neutronenbron’, waarmee de reactor preciezer en breder inzetbaar wordt voor wetenschappelijk onderzoek en vragen vanuit de markt. Hiervoor is de reactor sinds vorig jaar mei uit bedrijf. De ANVS ziet toe op de werkzaamheden door middel van inspecties, beoordelingen en voortgangsgesprekken.

De onderzoeksreactor van het RID is bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De toepassingsgebieden voor dit onderzoek zijn zeer divers en lopen uiteen van materiaalwetenschap, biologie, chemie, geneeskunde en kristallografie tot aan cultureel erfgoed en archeologie. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om de productie van medische isotopen voor de diagnose en behandeling van kanker, maar ook om materialen voor batterijen en zonnecellen. De koude neutronenbron, die dit jaar naast de reactorkern wordt geïnstalleerd, maakt onderdeel uit van het OYSTER-programma (Optimized Yield - for Science, Technology & Education - of Radiation) en heeft als doel het onderzoek van het RID te verbeteren en uit te breiden. Hiermee kan het RID de huidige en toekomstige educatieve, wetenschappelijke en maatschappelijke vragen op het gebied van materialen, gezondheid en energie beter beantwoorden.

Toekomst

In de onderzoeksreactor worden tijdens bedrijf neutronen aangemaakt die gebruikt worden voor het wetenschappelijk onderzoek. De koude neutronenbron bevat waterstof. Dit wordt bij een temperatuur van -253 graden Celsius vloeibaar en de neutronen remmen daarin af. Gerwin Hassink, ingenieur bij het RID: ‘De neutronen gaan dus langzamer en hebben een grotere golflengte. Daarmee kunnen kleinere details in materiaalstructuren zichtbaar gemaakt worden. Deze golflengte past daarmee beter bij het type onderzoek dat we doen. Het doel van de koude neutronenbron is om mee te gaan met de ontwikkelingen. De komende twintig jaar zijn we weer op de toekomst voorbereid.’

Stralingsbescherming

De ioniserende straling die tijdens bedrijf vrijkomt bij het produceren van neutronen, wordt afgeschermd naar de omgeving door de grote hoeveelheid bassinwater en door de dikke betonnen wanden van het reactorbassin. Hassink: ‘Het bassinwater staat normaal 8 meter hoog. Op dit moment is de splijtstof uit de reactor gehaald en is de reactor verplaatst naar een andere locatie in het bassin, zodat we het waterniveau kunnen verlagen en erbij kunnen om de neutronenkoeler te installeren. Stralingsbescherming is daarbij een belangrijke voorwaarde. Alles wat we doen en alle plannen die we maken gaan, zodra ze ook maar iets met stralingsbescherming te maken hebben, ter beoordeling naar onze stralingsbeschermingsdeskundige. Zowel in de projectopzet als in het ontwerp en in de wijzigingsvoorstellen besteden we aandacht aan het beschermen van de omgeving tegen straling. In de wijzigingsvoorstellen omschrijven we de barrières die de straling insluiten. Deze voorstellen zijn voor de wijziging door de ANVS beoordeeld en goedgekeurd.

Nucleaire veiligheid

De ANVS hanteert bij haar toezicht een toetsingskader dat bestaat uit de Kernenergiewet met bijbehorende uitvoeringsbesluiten, zoals de Regeling Nucleaire Veiligheid Kerninstallaties. Wat is het belangrijkste onderdeel in dit project voor het toezicht van de ANVS? ‘De kwaliteit van de systemen, de onderdelen daarin en de montage daarvan’, licht Werner Koch, plantinspecteur bij de ANVS, toe. Koch houdt als plantinspecteur toezicht op de nucleaire veiligheid van onder andere de onderzoeksreactor van het RID. ‘De koude neutronenbron komt dicht bij de reactorkern, dus de kwaliteit van de onderdelen daarvan moet goed zijn om de kans op kernschade door falen van deze onderdelen zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast zien we toe op de beheersing van de stralingsdosis. We willen niet dat de mensen die daar aan het werk zijn aan een te hoge dosis worden blootgesteld. Het stralingsniveau was op een gegeven moment iets hoger dan verwacht, maar nog steeds acceptabel. Dat wordt door de RID goed gemonitord.’

Toestemming

Naast de beoordelingen en inspecties is er iedere twee weken overleg tussen het RID en de ANVS. Hassink: ‘Ik ben blij dat we een vaste contactpersoon hebben bij de ANVS die van verschillende projecten en van de installatie zelf op de hoogte is. Volgend jaar wordt de reactor weer opgestart en daar moeten testen voor gedaan worden. De hoofdlijnen voor het in bedrijfstellen van de reactor zijn al met de ANVS-inspecteurs doorgesproken. Zij moeten straks toestemming geven voor de heropstart.’

Zie ook: