Tekst Bettine Hilbrands
Foto Tineke Dijkstra

Afgelopen zomer ontving de ANVS twee meldingen over incidenten in crematoria. Door de crematie van overleden personen, die tegen kanker waren behandeld met de radioactieve stof jodium-125, was radioactiviteit terechtgekomen in de crematieoven en in de as. Stefan Hendrikse, inspecteur stralingsbescherming bij de ANVS, controleerde de crematoria samen met een collega en liet de as door het RIVM onderzoeken. Bij beide incidenten was er geen risico voor de omwonenden of het milieu. De stralingsdosis waar de medewerkers van de crematoria aan blootgesteld kunnen zijn, was gering en lag binnen de normen. Op dit moment wordt beoordeeld hoe er met de as kan worden omgegaan.

In 2006 hebben de brancheverenigingen voor crematoria en uitvaartondernemingen, naar aanleiding van een soortgelijk incident, richtlijnen opgesteld voor het omgaan met overleden personen die een medische behandeling met radioactieve stoffen hebben ondergaan. Naar aanleiding van de twee incidenten die in de zomer van 2018 plaatsvonden, stuurde de ANVS op 7 augustus 2018 een brief aan alle crematoria in Nederland om hen op die richtlijnen te attenderen. In deze brief verzocht de ANVS de crematoria om uit te zoeken of er recentelijk overleden personen waren gecremeerd die maximaal een jaar voor het overlijden met jodium-125 waren behandeld en om dit vervolgens te melden. ‘Wij hebben naar aanleiding van deze brief geen meldingen ontvangen’, zegt Hendrikse. ‘Wel kreeg ik vragen van crematoria die zich afvroegen hoe ze dit kunnen achterhalen. Als het incident al lang geleden is, is dat heel moeilijk. Je moet dan de hele historie nagaan en contact opnemen met nabestaanden of het ziekenhuis waar die persoon onder behandeling was. Het is de vraag of ze die informatie kunnen en mogen geven. Het laatste bij ons bekende geval was het incident in 2006, daarna hebben wij, tot de zomer van 2018, geen meldingen meer over ontvangen.’

Juwelen

In 2006 zijn dezelfde acties ondernomen als nu: het crematorium werd stilgelegd en de as werd nagemeten. Hendrikse: ‘Uiteindelijk moest de oven worden vervangen. Dat is een grote kostenpost voor een crematorium.’ Eén van de incidenten die dit jaar werd gemeld, had al wat langer geleden plaatsgevonden. Bij dat crematorium kon Hendrikse geen radioactiviteit in de installatie meer meten. Het andere crematorium is stilgelegd en sinds 30 oktober weer open. Ook daar moest de oven worden vervangen, omdat deze beschadigd is geraakt bij de schoonmaakwerkzaamheden. Hendrikse stuurde de as uit dit crematorium voor onderzoek naar het RIVM. Het conceptrapport hierover wordt nu definitief gemaakt. ‘Het RIVM berekende verschillende blootstellingsscenario’s voor standaardtoepassingen’, vertelt Hendrikse. ‘Wat gebeurt er als je de as uitstrooit over land, of over zee? Of als je het bijvoorbeeld in juwelen wil verwerken? Het RIVM heeft de eventuele risico’s berekend en de ANVS gaat bekijken wat er mogelijk is met de as en of de nabestaanden de urn, eventueel met leefregels, thuis kunnen krijgen. Een leefregel kan er bijvoorbeeld uit bestaan dat de urn een tijd dicht moet blijven. De ANVS beoordeelt vervolgens of een bepaalde toepassing mogelijk is en onder welke voorwaarden.’

Nieuwe inzichten en technieken

De handreiking van de uitvaartbranche verdient een actualisatie, vindt Hendrikse. ‘Sinds 2006 zijn er  nieuwe toepassingen met radioactieve stoffen die daar nog niet in worden beschreven. De richtlijnen gaan alleen over jodium-125 en jodium-131. Bovendien zijn er nieuwe inzichten over hoe je met personen die met radioactieve stoffen zijn behandeld moet omgaan. Om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen, zullen de crematoria de handreiking moeten aanpassen aan de laatste inzichten en technieken.’

Zie ook:

ANVS attendeert crematoria op richtlijnen