Tekst Bettine Hilbrands
Foto Wim Roefs
Een aantal ziekenhuizen had aan het begin van de coronacrisis acuut extra diagnostische apparatuur nodig om de vele patiënten snel uitgebreider te kunnen testen. In de vergunning op basis van de Kernenergiewet was hier niet in voorzien. De ANVS kwam daarom met een tijdelijke werkwijze, zodat de ziekenhuizen de toeloop aan patiënten wel aankonden. ‘In dit soort exceptionele gevallen zoek je samen naar de meest passende oplossing.’
Om snel vast te kunnen stellen of iemand COVID-19 heeft en om te bepalen hoe ernstig de toestand van een patiënt is, maken ziekenhuizen gebruik van toestellen voor medische beeldvorming, zoals röntgenapparaten en CT-scanners. Vanwege het toenemende aantal opnames moesten sommige ziekenhuizen tijdelijk extra toestellen inzetten of gebruiken op plekken waar hun vergunning niet in voorzag. Ze plaatsten bijvoorbeeld extra apparaten op de spoedeisende hulp of mobiele scanners op hun parkeerterrein. Om patiënten en werknemers te beschermen tegen een te hoge stralingsdosis, hebben ziekenhuizen voor deze apparaten een vergunning nodig van de ANVS. Daarnaast hebben ziekenhuizen, conform hun vergunning, stralingsbeschermingsdeskundigen in dienst, die geregistreerd zijn bij de ANVS.
Signalen
‘Het Universitair Medisch Centrum Maastricht zette als één van de eersten een tent buiten om daarin opgenomen patiënten te screenen’, zegt Martijn de Meulmeester, inspecteur bij de ANVS. Ook Bernhoven in Uden had vanwege de grote toestroom aan patiënten al snel behoefte aan extra apparatuur. Annet Aarts, stralingsbeschermingsdeskundige van dit ziekenhuis: ‘Onze spoedeisende hulp ligt naast de radiologie dus we konden van patiënten die binnenkwamen een thoraxfoto maken en indien nodig een CT-scan. Maar we zaten in het epicentrum van de coronacrisis en de modellen voorspelden zo’n 100 tot 150 patiënten per dag. Dat gingen we qua capaciteit niet redden. We hadden een tweede röntgenapparaat nodig om bij de ambulancehal in een tweede screeningstraat patiënten te triëren. Ook hebben we een extra CT-scanner geplaatst’. De Meulmeester: ‘Naar aanleiding van deze signalen heeft de ANVS de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne gevraagd om ook bij andere ziekenhuizen te polsen waar ze behoefte aan hadden. Daaruit bleek dat er meer zorginstellingen extra apparaten wilden plaatsen. Hier moest dus iets voor geregeld worden.’
Protocol
Een zorginstelling die meer stralingsbronnen wil gebruiken dan vergund, moet daarvoor eerst een wijziging van de vergunning aanvragen. Vanwege de looptijd was dat tijdens de coronacrisis niet werkbaar. De ANVS ontwikkelde daarom, in samenwerking met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een protocol om noodzakelijke medische handelingen tijdelijk toe te staan. In de Toezicht-en interventiestrategie heeft de ANVS de bevoegdheid opgenomen om in overgangs- en/of overmachtssituaties te gedogen. Dit kan alleen in gevallen van een zwaarder wegend belang, zoals tijdens de eerste fase van de coronacrisis. De Meulmeester: ‘Aan het protocol zijn een aantal voorwaarden verbonden. Het geldt alleen voor instellingen die al een vergunning hebben. Daar werken namelijk professionals met kennis en ervaring op het gebied van stralingsbescherming. Op basis van het protocol is een tijdelijke uitbreiding op de vergunning mogelijk. De zorginstelling moet daarvoor wel kunnen aantonen dat de deskundigheid binnen de organisatie op orde is en dat stralingsbescherming tijdens de gedoogsituatie geborgd blijft. In dit soort exceptionele gevallen zoek je samen naar de meest passende oplossing.’
Ambulances
Veel ziekenhuizen vonden zelf al een oplossing doordat ze intern met toestellen konden schuiven. Dan zette de gipspoli bijvoorbeeld hun toestel in voor de longpoli. ‘Die apparaten zijn hetzelfde. In de vergunning staat dat je bijvoorbeeld 20 toestellen mag hebben, maar niet voor welke toepassing. Zolang je maar voldoet aan de eisen vanuit stralingsbescherming, zoals voldoende afscherming’, zegt De Meulmeester. Bernhoven had in de vergunning nog ruimte voor één extra toestel. ‘Het mobiele röntgenapparaat moest ik voor het meest optimale effect vlak bij de ambulancehal plaatsen, net tegen de terreingrens aan. Dat paste niet in de vergunning. Daarom heb ik toen snel contact opgenomen met de ANVS’, aldus Aarts.
Gedoogbrief
Dave Hartholt, vergunningverlener bij de ANVS, beoordeelde uiteindelijk samen met een collega de verzoeken van 17 ziekenhuizen die hun zorgcapaciteit wilden uitbreiden. ‘We bekeken eerst of de uitbreiding binnen het bereik van de vergunning paste. Bij acht zorginstellingen was dit niet het geval. Voor deze ziekenhuizen hebben we een gedoogbrief opgesteld, een schriftelijke verklaring waarin werd aangegeven welke handelingen tijdelijk mochten worden uitgevoerd en onder welke voorwaarden. Doorgaans was dit binnen een dag of twee geregeld. Dit had onze hoogste prioriteit en we hebben ons best gedaan om het zo snel mogelijk af te handelen.’
Realiteit
Deze werkwijze zorgde ervoor dat de ziekenhuizen snel toestemming kregen om de noodzakelijke medische handelingen te kunnen uitvoeren met zo min mogelijk administratieve lasten. De zorginstellingen spanden zich in om zo kort mogelijk gebruik te maken van de toestemming voor het uitvoeren van niet-vergunde handelingen. Zodra de inzet van apparatuur weer kon worden afgeschaald, gaven zij dit aan en gingen ze over tot de normale situatie. Het Bernhoven ziekenhuis kon het extra röntgenapparaat na een week alweer afmelden. ‘Onze noodkreet om patiënten te spreiden werd snel opgepakt’, vertelt Aarts. ‘Door het omleiden van ambulances en het overplaatsen van patiënten konden wij stoppen met de extra toepassingen.’ Aarts geeft aan dat ze blij is met het gedoogbeleid van de ANVS. ‘Je moet altijd de wettelijke kaders in acht nemen, ook tijdens een crisis. Maar soms word je ingehaald door de realiteit.’