Tekst Jan van den Heuvel (jan.vandenheuvel@gmail.com)
Foto Arenda Oomen

Van rituelen, met hun verplichtende en sturende karakter, was ik nooit zo gecharmeerd. Echter, nu we in een periode leven waarin houvast en zekerheid ons zijn ontvallen, besef ik de waarde er van beter. Bij een afscheid horen rituelen: het laatste woord, de omhelzing, de blik, het bijleggen. Ik moet dat, vooralsnog en niet wetend of het ooit nog persoonlijker kan, met deze woorden doen. In vergelijking met het leed dat anderen momenteel overkomt is dat zeer klein leed. Toch is het jammer. En is het fijn dat ik op deze plaats nog een keer het laatste woord krijg. Met een pleidooi voor een versterking van de onafhankelijkheid van het toezicht in het fysieke domein.

Jan van den Heuvel
Jan van den Heuvel

De titel van deze slotbeschouwing verwijst naar “Liefde in tijden van cholera” door Gabriel Garcia Marquez. Hoofdthema’s in het boek zijn ouderdom, eenzaamheid en liefde. Zeer van toepassing op het bestaan van een gepensioneerde….

Ruim vijf jaar geleden trad ik aan als bestuursvoorzitter van de ANVS. Het toch al imposante toezichtslandschap in Nederland werd verrijkt met een nieuwe toezichthouder. Dat was niet vanzelfsprekend, er was behoorlijke internationale druk voor nodig geweest. Internationaal is het immers de norm dat de belangen van veiligheid bij nucleaire toepassingen en stralingsactiviteiten altijd dienen te prevaleren boven het maatschappelijk nut en de economische revenuen. Dit moet zijn geborgd in nationale wetgeving. En in elk land behoort er een toezichthouder te zijn die daarop toeziet. Deze toezichthouder functioneert weliswaar binnen politieke verantwoordelijkheid, maar de verantwoordelijke bewindspersoon kan besluiten van de toezichthouder niet beïnvloeden of wijzigen, bijvoorbeeld vanwege economische motieven.

Onafhankelijke positie

Deze principes en de uitwerking daarvan zijn in Nederland vastgelegd in de “Wet tot wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming’ (de zgn. ANVS-wet)”. Een belangrijke reden voor wettelijke vastlegging is om de onafhankelijke positie van de ANVS zo goed mogelijk te borgen. Onderdeel daarvan is de beperking van de interventiemogelijkheden door de (politiek) verantwoordelijk minister. Zo mag de minister in het geval van de ANVS geen beleidsregels stellen en op casusniveau alleen interveniëren wanneer het bestuur van de ANVS besluiten neemt die in strijd zijn met het recht. Dergelijke bepalingen, met onderlinge verschillen, zijn ook opgenomen in de regelgeving voor andere toezichthouders, zoals de Autoriteit Consument en Markt (ACM), Autoriteit Financiële Markten (AFM), Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Opvallend is dat dit vooral de marktgeoriënteerde toezichthouders betreft. Voor bijvoorbeeld de rijksinspecties geldt dat deze relatie anders geregeld is, in een circulaire van de minister-president.

Verantwoordelijkheid

Een ander opvallend punt is dat de verantwoordelijkheid tussen politiek bestuurder en de toezichthouder in het fysieke domein van milieu en veiligheid ook inhoudelijk verschillend is geregeld. In vergelijking met de beperkte bevoegdheid van de verantwoordelijk minister voor de ANVS, zijn de interventiemogelijkheden van de minister ten opzichte van de rijksinspecties ruimer geformuleerd. Daar kan hij of zij (weliswaar binnen bepaalde grenzen) algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan een rijksinspectie en beleidsregels opstellen. Met betrekking tot de omgevingsdiensten, ook een belangrijk toezichthouder in het fysieke domein, is de situatie weer anders. De toezichtbesluiten worden inhoudelijk voorbereid door deze diensten, maar het besluit zelf wordt genomen door het bestuur van de desbetreffende provincie of gemeente.

Ervaringen

Het toezicht in het fysieke domein is dus verschillend, zowel ten aanzien van de verhouding tussen toezichthouder en bestuur, alsmede de wijze waarop dit is vastgelegd en gelegitimeerd. Die verschillen kunnen historisch worden verklaard. Maar, zoals dat vaker het geval is met historisch gegroeide situaties, die zijn vandaag niet altijd meer goed uit te leggen. Het grote belang van veiligheid en milieu behoeft in de tijd waarin wij leven geen nader betoog. Dat vergt sterke, voldoende onafhankelijke toezichthouders, en bestuurlijke besluitvorming waarbij voor het publiek helder is hoe met dit belang wordt omgegaan. Het zou mooi zijn wanneer de ervaringen die in de afgelopen vijf jaar met de ANVS zijn opgedaan de aanleiding zouden vormen voor de verdere versterking van de onafhankelijkheid van het toezicht in het fysieke domein.

Stel vragen

Een onafhankelijk opererende toezichthouder is niet alleen van belang wanneer er sprake is van normovertreding door bedrijven, instellingen en individuen. Ook om te voorkomen dat potentiële risico’s daadwerkelijk leiden tot incidenten en crises. Bij de evaluatie van incidenten en crises behoort altijd de vraag te worden gesteld of het had kunnen worden voorkomen. Stond het potentiële risico voldoende op het netvlies van de toezichthouder? Heeft deze de verantwoordelijk bestuurders, als het moet tot vervelens toe, gewezen op het mogelijke gevaar? Is alles gedaan om de fatale gebeurtenis te voorkomen en zijn alle redelijk te achten voorbereidingen getroffen om de mogelijke gevolgen te bestrijden? Het zijn vragen die straks ook zullen en behoren te worden gesteld over de coronacrisis. Mijn credo aan de medewerkers van de ANVS in de afgelopen jaren was: sta elke dag, liefst bij het ontwaken, even stil bij de vraag of de veiligheidsrisico’s bij het bedrijf of instelling waarop je toezicht houdt in voldoende mate worden beheerst. En neem actie wanneer dat niet het geval is. Wacht nooit totdat je baas deze vraag heeft gesteld en vrees niet dat je verantwoordelijk bestuurder je maar lastig vindt. Realiseer je het lot dat onverbrekelijk is verbonden aan elke toezichthouder. Als er geen incidenten zijn word je vaak lastig gevonden, ben je duur en is het tijd voor de inspectievakantie. Als het incident zich heeft voorgedaan luidt steevast de vraag waar de toezichthouder in hemelsnaam was. Wat een mooi vak is het toch. Ik weet dat de ANVS in ruime mate beschikt over toezichthouders die dit goed begrijpen en over de juiste instelling, kennis en vaardigheden beschikken om hiermee om te kunnen gaan. Mede daarom draag ik het stokje met een gerust hart over aan mijn opvolger, Annemiek van Bolhuis, en wens haar veel succes en weinig incidenten toe. 

‘Learning, earning and returning’

Wat ik zelf ga doen? Bij de oriëntatie op mijn volgende levensfase stuitte ik op begrippen die me zeer aanspraken. Je leven bestaat grof gesteld uit drie fasen: ‘learning, earning and returning’. Ik kom in de fase van returning: teruggeven. Je kennis, ervaring, wellicht een beetje wijsheid. Aan je gezin, mijn kleinkinderen in het bijzonder, familie, vrienden en anderen. Aan je vroegere collega’s die wellicht nog wat hebben aan je kennis en ervaring. Hoe dat vorm gaat krijgen weet ik nog niet precies, de onzekerheden van de tijd waarin we leven hebben daar grote invloed op. 

Ik hoop dat de toekomst mij in ieder geval mag brengen dat ik gezin en vrienden meer, en voormalige collega’s nog eens zal zien. En dat nieuwe mensen, leuke dingen en mooie uitdagingen mijn pad zullen kruisen. En dat de wereld zich zal kunnen ontworstelen aan de ellende waarin we ons thans bevinden en daar lessen voor de toekomst uit zal weten te trekken. 

Aldus opa. Ik groet u allen en dank u voor de samenwerking en prettige contacten. Het ga u goed en wellicht tot ziens.